pagina_banner

nieuws

Beoordeling van beroepsmatige blootstelling aan 4,4′-methyleen-bis-(2-chlooraniline) “MOCA” door een nieuwe gevoelige methode voor biologische monitoring

Een nieuwe analytische methode, gekenmerkt door een hoge specificiteit en sterke gevoeligheid, is succesvol ontwikkeld voor de bepaling van 4,4′-methyleen-bis-(2-chlooraniline), beter bekend als "MOCA", in menselijke urine. Het is belangrijk om te weten dat MOCA een goed gedocumenteerde kankerverwekkende stof is, met vaststaand toxicologisch bewijs dat de kankerverwekkende werking ervan bij proefdieren zoals ratten, muizen en honden bevestigt.

Voordat deze nieuw ontwikkelde methode in de praktijk werd toegepast, voerde het onderzoeksteam eerst een kortdurende voorstudie uit met ratten. Het primaire doel van deze preklinische studie was het identificeren en verduidelijken van bepaalde belangrijke bijzonderheden met betrekking tot de uitscheiding van MOCA via de urine in het diermodel – waaronder aspecten zoals de uitscheidingssnelheid, metabole routes en het tijdsbestek voor detecteerbare niveaus – waarmee een solide wetenschappelijke basis werd gelegd voor de latere toepassing van de methode op menselijke monsters.

Na afronding en validatie van de preklinische studie werd deze op urine gebaseerde detectiemethode formeel ingezet om de mate van beroepsmatige blootstelling aan MOCA onder werknemers in Franse industriële ondernemingen te beoordelen. De reikwijdte van het onderzoek omvatte twee belangrijke soorten werkscenario's die nauw verband hielden met MOCA: het industriële productieproces van MOCA zelf en het gebruik van MOCA als verharder bij de productie van polyurethaanelastomeren, een veelvoorkomend toepassingsscenario in de chemische en materiaalindustrie.

Door grootschalige tests van urinemonsters van werknemers in deze scenario's, ontdekte het onderzoeksteam dat de uitscheidingsniveaus van MOCA in de urine een grote variatie vertoonden. De uitscheidingsconcentraties varieerden van niet-detecteerbare niveaus – gedefinieerd als minder dan 0,5 microgram per liter – tot maximaal 1600 microgram per liter. Bovendien waren de concentraties van N-acetylmetabolieten van MOCA in de urinemonsters consistent en significant lager dan de concentraties van de oorspronkelijke stof (MOCA) in dezelfde monsters, wat aangeeft dat MOCA zelf de primaire vorm is die in de urine wordt uitgescheiden en een betrouwbaardere indicator voor blootstelling.

Over het geheel genomen leken de resultaten van deze grootschalige beroepsmatige blootstellingsbeoordeling een eerlijke en nauwkeurige weergave te zijn van de totale MOCA-blootstellingsniveaus van de ondervraagde werknemers, aangezien de gedetecteerde uitscheidingsniveaus nauw verband hielden met de aard van hun werk, de duur van de blootstelling en de omstandigheden van de werkomgeving. Een belangrijke bevinding uit het onderzoek was bovendien dat nadat de analytische bepalingen waren afgerond en gerichte preventieve maatregelen op de werkplek waren geïmplementeerd – zoals het verbeteren van ventilatiesystemen, het verbeteren van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) of het optimaliseren van procesvoering – de MOCA-uitscheidingsniveaus in de urine van de getroffen werknemers vaak een duidelijke en significante daling vertoonden, wat de praktische effectiviteit van deze preventieve interventies bij het verminderen van beroepsmatige blootstelling aan MOCA aantoont.


Plaatsingstijd: 11-10-2025